De geschiedenis van mosterd in 't kort
De eerste mosterdrecepten gaan terug tot net voor Christus, in Indië, Egypte en Azië. De Romeinen brachten later het mosterdzaad mee naar onze streken, en vanaf de 9e eeuw waren de Franse kloosters gespecialiseerd in het maken van mosterpreparaten. Nog een aantal eeuwen later werd in Parijs mosterd verkocht op de markten. Op verschillende plaatsen ontstonden heel wat mosterdfabriekjes, zoals rond Dijon in Frankrijk.
Heel lang groeiden de regels omtrent het produceren van mosterd. Vervuiling was tot midden de 16e eeuw een groot probleem. In 1658 werden regels uitgeschreven die de mosterproducenten moesten beschermen, en werdt het als een overtreding gezien als je zomaar mosterd maakte.
De stad Dijon werd mosterd-hoofdstad van de wereld, toen in 1856 Jean Naigeon de azijn verving door verjus (het sap van onrijpe druiven). Hierdoor ontstond een minder zure mosterd, die zo zijn plekje verwierf in de geschiedenis.
Maar over de hele wereld kreeg mosterd zijn eigen variant: de Engelse 'mustard', de Duitse 'Senf', de Amerikaanse yellow of honey mustard, de Nederlandse mosterd uit de Zaanstreek, en ook in België ontstonden diverse mosterdsoorten doorheen de geschiedenis.